Bas Ketelaars
Locatie GGz Breburg - Dongekant
Zoeken naar traagheid.
Witte a4’tjes vol minuscule potloodtekeningen prikt hij in een groot rechthoek op de muur bij gastatelier Vrouw Muskens. Een beamer op een paar meter afstand, zijn camera daar weer achter. Dit is het tijdelijke atelier van kunstenaar Bas Ketelaars (1979). Koffie erbij, chocolade ernaast. Geconcentreerd turend naar het geheel. Af en toe staat hij op om een nieuw vel op de muur te prikken. Of om er iets bij te tekenen.
“Ik houd van de traagheid die mijn tekeningen met zich meebrengen. Ik kan zo een paar maanden werken aan een tekening. Ik heb hier in de omgeving ook al foto’s gemaakt, die kan ik meenemen bij een andere residentie of ik werk er in mijn eigen atelier mee verder. Zo beïnvloedt de locatie waar ik ben, mijn werk altijd. Ik kijk terug met de foto’s en dat zie je in mijn huidig werk weer”, zegt hij. “Deze periode bij Vrouw Muskens is een heel geconcentreerde periode waarin ik veel tijd kan besteden aan mijn werk. Dat vind ik mooi aan zo’n artist in residence. Er is ruimte en tijd.”
Niets definitiefs
“De tekeningen zijn als het ware vertalingen van foto’s die ik eerder heb gemaakt in Litouwen. Ik ga graag wandelen en voor mij is fotografie dan de beste manier om de natuur vast te leggen. Ook al doet een foto uiteindelijk geen recht aan de natuur zoals die is. Eenmaal thuis, of zoals nu op een andere locatie, bekijk ik de foto’s en projecteer ik ze op de muur. Ik heb een methode ontwikkeld om vervolgens de tekeningen te maken. Ik teken eerste bepaalde lijnen en dan volgen er meerdere lagen. Een soort Photoshop”, vertelt hij.
“Ik neem mijn tekeningen ook mee naar nieuwe locaties, ik vind het fijn om verder te werken aan een bepaalde tekening. Het is voor mij niet snel definitief ‘af’. Ik kan nu naar een werk kijken dat ik een jaar geleden heb gemaakt en er toch weer wat aan veranderen. Ik reflecteer graag op mijn werk en daarom reizen ze met me mee.”
Aanwezig zijn
Bas heeft geen vooropgezet plan, geen uitgewerkt verhaal, hij laat het op zijn beloop. In het atelier van Vrouw Muskens, maar ook bij GGz-Breburg, waar hij vijf weken eet, slaapt en tijdelijk onderdeel is van de bewonersgroep. Gewoon aanwezig zijn, dat is zijn uitgangspunt. “Ik ben de enige bij de GGz die geen script heeft. De verpleging heeft het druk en zij hebben een hele duidelijke rol. De mensen die er wonen, hebben een vast ritme en hun eigen structuur”, zegt hij. “Ik loop daar tussendoor, mensen kunnen mij een vraag stellen, en ik heb eieren gebakken met degenen die dat wilden. Dan laat ik even zien dat ik er ben. Sommigen vinden dat leuk, maar sommige mensen moeten daar niks van hebben.”
“Ook daar is die traagheid aanwezig; ik ben er, maar niet te nadrukkelijk. Na twee weken kwam er een bewoner naar me toe om even te praten. Daar is tijd voor nodig, om te wennen aan elkaar.”
“Ik hoef niet per se bij de bewoners op locatie te werken, mijn werk staat voor mij los van het verblijf bij de GGz. Natuurlijk neem ik van de ervaring wat mee, maar ik denk dat het aanwezig zijn als kunstenaar juist al iets teweeg kan brengen. Er is wel een vorm van wederkerigheid. Ik geloof dat het goed is dat verschillende werelden bij elkaar komen. Een stuk van de maatschappij de instelling inhalen, dat is waardevol. De werelden mixen van de bewoners en die van, in dit geval, kunstenaars. Met een open houding erin gaan, dat is belangrijk.”
“Het heeft een zekere vorm van onvoorspelbaarheid voor zo’n instelling, om een kunstenaar in huis te halen. Ik heb wel het idee dat het personeel het een aanvulling vindt, een kunstenaar over de vloer. Mensen weten het wel hoor, dat ik kunstenaar ben. Soms vraagt er bewoner of hij op het atelier mag komen kijken. Maar mensen zijn ook voorzichtig. Ik laat het over me heen komen. Ik ga erin op en tussendoor kijk ik wat past en waar ik kan aansluiten. Net als in mijn eigen werk.”
